Praktijk MINT heeft een brede expertise op het gebied van psychodiagnostiek voor kinderen en jongeren, waaronder onderzoek naar de intelligentie, aandacht en concentratie, contactvaardigheden, hechtingsfactoren en persoonlijkheid.

MINT staat voor multidimensionele diagnostiek, door breed en dynamisch te kijken en te screenen op alle factoren die samenhangen met de binnenwereld, persoonlijkheid, voorgeschiedenis, gezinssituatie en omgeving van een kind. Deze unieke, individuele kenmerken worden tot een klinisch beeld geïntegreerd, waarmee de problematiek begrepen kan worden en waarmee advies gegeven kan worden. Wij zijn terughoudend met classificeren (diagnosestelling) en hebben veel aandacht voor onderliggende aanleidingen voor klachtgedrag, met specifieke aandacht voor trauma en hechting. In ieder geval is een psychiatrische diagnose geen doel op zich.

Een onderzoek kan op zichzelf bestaan. Als daar een aanleiding voor is, starten we met therapie of behandeling na de diagnostiekfase.

Intelligentieonderzoek

Behalve het meten van het intelligentieniveau (IQ) geeft dit onderzoek een duidelijk beeld van sterktes en zwaktes van een kind. Binnen MINT gebruiken we de WPPSI-IV-NL, WISC-V-NL, IDS-2 of WAIS-IV-NL intelligentietest. Een IQ test geeft een benadering van de mate van intelligentie, niet dé intelligentie. Een IQ-bepaling kan ingezet worden bij onder andere vragen over het algehele intelligentieniveau, bij gedragsproblemen, bij tegenvallende leerresultaten of taal-spraak problemen, concentratieproblemen en (vermoedens van) hoogbegaafdheid. Na de testafname worden de testscores en de gedragsobservaties geanalyseerd en zorgvuldig in een verslag verwerkt. Er kunnen handelingsadviezen opgesteld worden voor thuis en op school. De afname van een intelligentieonderzoek neemt ongeveer 2 uur in beslag.

Klik hier voor verhuur van de WAIS-IV-NL of WPPSI-IV-NL

Neuropsychologische screening

Komt een kind in zijn functioneren thuis en op school niet goed uit de verf? Neuropsychologisch onderzoek (NPO) wordt ingezet voor het vaststellen dan wel uitsluiten van leerproblemen op het gebied van waarneming, aandacht- en concentratievaardigheden, geheugen, plannen en organiseren, ruimtelijk inzicht, probleemoplossend vermogen, flexibiliteit in denken en executieve functies. Om deze gebieden in kaart te brengen, gebruik ik verschillende diagnostische tests voor kinderen en jeugdigen. Bij het inzetten van een NPO wil je te weten komen welke affectieve en cognitieve structuren de prestaties hinderen. Hoe kunnen we het schoolse leren plaatsen binnen de brede ontwikkeling? Tevens vormt neuropsychologisch onderzoek een belangrijk onderdeel bij de diagnostiek van stoornissen in het autisme spectrum (ASS), aandacht- en concentratiestoornissen (zoals AD(H)D),  of een leerstoornis (zoals NLD).

Persoonlijkheidsonderzoek

Onderzoek om gedachten, gevoelens, herinneringen en relaties van een jeugdige in beeld te brengen, is zinvol als je je zorgen maakt of wanneer je kind problemen communiceert waarvoor nog geen duidelijk aanwijsbare oorzaak gekend is. Ik zoek naar een antwoord hoe een kind zijn/haar leefwereld benadert, ervaart en betekenis geeft. Hiervoor gebruik ik tekenopdrachten, gesprekken, projectief materiaal, (spel)observaties en vragenlijsten. Zo kom ik in contact met onderliggende verlangens, fantasieën, gevoelens en spanningen van het kind en merk ik hoe het kind hiermee omgaat. Afhankelijk van de onderzoeksvragen duurt een persoonlijkheidsonderzoek tussen de 2 en 4 uur.

Spelobservatie

Spelobservatie is een manier om de natuurlijke ontwikkeling in beeld te brengen bij jonge kinderen. Ik zet deze vorm van persoonlijkheidsonderzoek doorgaans in bij jonge kinderen tot 12 jaar. Op een speelse manier observeer ik de spelkeuze, spelduur, spelkwaliteit, thema’s, de concentratie, spanningsboog, frustratietolerantie, de contactname, de mogelijkheden tot contactgroei en verdieping van het contact en het spelniveau. Zonder alles onder woorden te hoeven brengen kan een kind op non-verbale wijze veel van zichzelf laten zien. Gewoonlijk bestaat uit een volledige spelobservatie uit 3 sessies van 45 minuten.

Hechtingsdiagnostiek

Gehechtheidsproblematiek kan ontstaan als de fase van hechting tussen ouder en kind niet of niet goed genoeg verlopen is. Dit kan leiden tot problemen met de emotie- en stressregulatie en de persoonlijkheidsontwikkeling en problematisch gehechtheidsgedrag bij een kind.

Als er vanuit de intake een vermoeden ontstaat dat er ‘iets’ mis is in de hechting bij je kind, kan dit middels een diagnostisch onderzoek verder worden bekeken. Middels gerichte observaties, interviews en vragenlijsten wordt op verschillende aspecten van gehechtheid ingezoomd. Hierbij analyseer ik o.a. het functioneren van het kind/de jongere binnen en buiten het gezin, de onderlinge relaties van de gezinsleden, de gedragssignalen van verstoorde gehechtheid, de kwaliteit en aard van de hechtingsrelatie en de gevolgen van de gehechtheidsproblemen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Schoolobservatie

Tijdens een schoolobservatie zal het functioneren van het kind in een leeromgeving en in een groep leeftijdgenoten in kaart worden gebracht. Ik zal het kind in de klas en op het schoolplein observeren naar onder andere de concentratie, werkhouding en interactie met leeftijdgenootjes en de leerkracht. Daarnaast zal er een kort gesprek met de leerkracht plaatsvinden. Ik maak de afspraak voor de schoolobservatie zelf met de leerkracht. De DLE- en intelligentiegegevens kunnen betrokken worden bij de analyse. Nadat het onderzoek is uitgevoerd, vindt er met de ouders een adviesgesprek plaats.

ADOS observatie

ADOS is de afkorting van Autisme Diagnostisch Observatie Schema en is een observatieonderzoek. Het kan worden ingezet als er vragen zijn over het bestaan van een autismespectrumstoornis bij een kind. Dit is een onderzoek dat je al vanaf de leeftijd van twaalf maanden kunt krijgen.

ADOS onderzoek bestaat uit verschillende taak- en spelsituaties waarin bepaalde gedragingen worden uitgelokt op het gebied van spel, stereotiepe gedragingen, communicatie, sociale interactie en beperkte interesses. Tijdens het onderzoek gaat het kind of de jongere samen met de onderzoeker een aantal activiteiten doen. Afhankelijk van de gekozen module kan dat variëren van fantasiespel met poppen met een jong kind, tot het maken van een puzzel met abstracte figuren of een gesprek over emoties met een jongere.  De onderzoeker observeert de reacties en het gedrag. Er wordt gelet op taal en communicatie, de sociale interactie en wederkerigheid, interesses, de manier waarop het kind speelt en of er bijzonderheden in het gedrag opvallen.
Het geobserveerde gedrag wordt vervolgens gescoord. Een afname bestaat uit een reeks activiteiten die volgens een protocol wordt uitgevoerd.